Dat wordt nog wel eens gezegd over een voedselbos. In werkelijkheid hangt het heel erg van het type voedselbos af. Hoe meer het een echt bos is, en hoe “romantischer” het is ingericht, hoe meer handelingen, bijvoorbeeld bij het oogsten. Dat kan in een echt bos niet machinaal, dus zijn er veel handen nodig.
Een gemeenschappelijk kenmerk van voedselbossen is dat ze de opbouw van een natuurlijk bos volgen. Meestal worden 7 lagen onderscheiden.
De kruinlaag heeft een belangrijke rol. Deze zorgt niet alleen voor beschutting maar ook voor een grote hoeveelheid organisch materiaal, zowel boven de grond – blad- als onder de grond in de vorm van wortels.
Het klimaat is een belangrijke factor om rekening mee te houden of op in te spelen bij de inrichting van een voedselbos. De lagen worden zo gerangschikt dat voor alle soorten samen een geschikt klimaat ontstaat om in te groeien en vrucht te dragen. Wind bijvoorbeeld kan getemperd worden door aanplant van grotere bomen op de heersende windrichting, in Nederland het westen. Wij gebruiken de zaailingen van de zwarte Els die rond de poel opkomen om hagen te maken. De grotere bomen geven tegelijkertijd beschutting aan de andere lagen. De zonnige randen worden benut voor zonminnende kruiden. Op de bodem onder de bomen groeien schaduwminnende planten. Omdat ons bos vroeger een weiland was is er nog veel gras, en dat vervangen wij langzamerhand door voedselbosplanten
Het kunnen aanleveren en uitwisselen van voedingsstoffen tussen gewassen onderling maakt van een natuurlijk bos maar ook een voedselbos een slim en duurzaam systeem. Soorten die bijvoorbeeld veel stikstof nodig hebben om vrucht te dragen krijgen als buur een stikstof bindende plant zoals een els of een erwtenstruik.